Predikant:  ds Barbara Broeren uit Katwijk aan Zee
Organist:  Hans Viskil
Zondagsschool:  Gerja en Maaike
Oppas:  Annelies van Santen en Méranne
Dienstcollecte:  Diaconie
Deurcollecte:  Pastoraat eigen gemeente

Welkom

Zingen: Psalm 139:1,2

1              Heer, die mij ziet zoals ik ben,

                 dieper dan ik mijzelf ooit ken,

                 kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,

                 Gij volgt mij waar ik zit of sta.

                 Wat mij ten diepste houdt bewogen,

                 't ligt alles open voor uw ogen.

2              Gij zijt zo diep vertrouwd met mij:

                 wie weet mijn wegen zoals Gij?

                 Gij kent mijn leven woord voor woord,

                 Gij hebt mij voor ik spreek gehoord.

                 Ja overal, op al mijn wegen

                 en altijd weer komt Gij mij tegen.

Stil gebed, bemoediging en groet

 

Zingen: Op Toonhoogte 180 (lied van de maand)

Er is een Verlosser,

Jezus, Zoon van God.

Kostbaar Lam van God, Messias,

heilig God is Hij.

Jezus, mijn Verlosser,

niemand is aan U gelijk.

Kostbaar Lam van God, Messias,

maakt van zonden vrij.

Refrein:

Dank U, o mijn Vader.

U gaf uw eigen Zoon,

uw Geest als hulp voor ons

totdat het werk op aarde is gedaan.

Ja, de dag zal komen

dat ik Jezus zie.

Dan zal ik mijn Koning

dienen voor eeuwig en eeuwig.

Refrein:

Leefregel: Efeziërs 4:25-5:2

25Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid tegen elkaar, want wij zijn elkaars ledematen. 26Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, 27geef de duivel geen kans. 28Laat wie steelt niet meer stelen, maar eerlijk de kost verdienen door zelf hard te werken, zodat hij iets weg kan geven aan wie het nodig heeft. 29Laat geen verderfelijke taal over uw lippen komen, maar alleen goede en waar nodig opbouwende woorden, die goeddoen aan wie ze hoort. 30Maak Gods heilige Geest niet bedroefd, want Hij is het stempel waarmee u gemerkt bent voor de dag van de verlossing. 31Laat alle wrok en drift en boosheid varen, alle geschreeuw en gevloek, en alle kwaadaardigheid. 32Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft.

1Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die Hij liefheeft, 2en ga de weg van de liefde, zoals Christus deed, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God.

 

Zingen: Gezang 463:1,4,5

1              O Heer die onze Vader zijt,

vergeef ons onze schuld.

Wijs ons de weg der zaligheid,

en laat ons hart, door U geleid,

met liefde zijn vervuld.

4              Leg Heer uw stille dauw van rust

op onze duisternis.

Neem van ons hart de vrees, de lust,

en maak ons innerlijk bewust

hoe schoon uw vrede is.

5              Dat ons geen drift en pijn verblindt,

geen hartstocht ons verwart.

Maak Gij ons rein en welgezind,

en spreek tot ons in vuur en wind,

o stille stem in 't hart.

Gebed

 

Zingen: Op Toonhoogte 472

A van almachtig,

B van Bevrijder,

C is van Christus, Gezalfde van God.

D is van Dienaar,

E is van eeuwig,

F van Formeerder, Hij schiep het heelal.

G van gekruisigd,

H is van Hoeksteen,

I van Immanuël, God is met ons.

J is van Jezus,

K is van Koning,

L van Zijn liefde, die Hij aan mij toont.

Refrein:

Van A tot Z

bent U de hoogste Heer.

Alfa, Omega en zoveel meer.

Oneindig groot

is ook uw heerschappij.

U bent het einde voor mij.

M van Messias,

N is van ned’rig,

O is van Opstanding,

P van Profeet.

Q van I.Q.: onze God is de slimste.

R is van Rots en

S is van Schild.

Refrein:

T is van Toevlucht, een veilige haven,

U van uniek,

Verlosser is V.

W is de Weg,

X voor extra bijzonder.

IJ voor ijzersterk,

Z van Zoon van God.

Refrein:

Gesprek met de kinderen 

Schriftlezing: Matteüs 12:33-37

33Wanneer een boom goed is, dan zijn ook zijn vruchten goed. Is een boom daarentegen slecht, dan zijn ook zijn vruchten slecht. Want aan de vruchten kent men de boom. 34Addergebroed! Hoe kunt u iets goeds zeggen terwijl u zelf slecht bent? Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. 35Een goed mens haalt uit zijn schatkamer met goede dingen het goede tevoorschijn, terwijl een slecht mens uit zijn schatkamer met slechte dingen het slechte tevoorschijn haalt. 36Ik zeg u: van elk nutteloos woord dat mensen spreken, zullen ze op de dag van het oordeel rekenschap moeten afleggen. 37Want op grond van je woorden zul je worden vrijgesproken, en op grond van je woorden zul je worden veroordeeld.’

Schriftlezing: Jakobus 3:1-12

1Broeders en zusters, u moet niet allemaal leraar willen zijn. U weet dat ons leraren een strenger oordeel te wachten staat. 2En hoe vaak struikelen we niet allemaal! Wie nooit struikelt in het spreken kan zich een volmaakt mens noemen, die in staat is om ook het hele lichaam in toom te houden. 3Paarden doen we een bit in de mond om ze te laten gehoorzamen, en zo kunnen we hun hele lijf sturen. 4En kijk eens hoe reusachtige schepen, voortgestuwd door hevige wind, met een klein roer in de richting worden gestuurd die de stuurman bepaalt. 5Zo is ook de tong een klein orgaan, maar wat een grootspraak kan hij voortbrengen! Bedenk eens hoe een kleine vlam een enorme bosbrand veroorzaakt. 6Onze tong is net zo’n vlam. Van al onze ledematen is het de tong die een wereld van onrecht in zich bergt: hij besmet het hele lichaam, hij steekt het rad van het leven in brand, met vuur uit de Gehenna. 7De mens heeft alle mogelijke soorten dieren weten te temmen, wilde dieren, vogels, kruipende dieren en zeedieren, 8maar er is geen mens die de tong kan temmen, dat onberekenbare kwaad, vol dodelijk venijn. 9Met onze tong zegenen we onze Heer en Vader, en we vervloeken er mensen mee die God heeft geschapen als zijn evenbeeld. 10Uit dezelfde mond klinkt zegen en vervloeking. Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters? 11Laat een bron soms uit dezelfde ader zoet en bitter water opwellen? 12Of kan een vijgenboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Net zomin geeft een zilte bron zoet water.

Zingen: Gezang 473:3,5

3              Neem mijn stem, opdat mijn lied

U, mijn Koning, hulde biedt.

Maak, o Heer, mijn lippen rein,

dat zij uw getuigen zijn.

5              Neem mijn wil en maak hem vrij,

dat hij U geheiligd zij.

Maak mijn hart tot uwe troon,

dat uw Heil'ge Geest er woon'.

Uitleg en verkondiging

(de oudste kinderen komen terug van de zondagsschool)

Zingen: Gezang 7:1,4

1              Het woord dat u ten leven riep

is niet te hoog, is niet te diep

voor mensen die ’t zo traag beamen.

Het is een teken in uw hand,

een licht dat in uw ogen brandt.

Het roept u dag aan dag bij name.

4              Het woord van liefde, vrede en recht

is in uw eigen mond gelegd,

is in uw eigen hart geschreven.

Rondom u klinkt de stem van God:

vrijspraak, vertroosting en gebod,

vlak vóór u ligt de weg ten leven.

Mededelingen

Gebeden

Collecte

QR23022025.png

Zingen: Op Toonhoogte 264:1,2,4,5

1              Wees mijn verlangen, o Heer van mijn hart,

leer mij U kennen in vreugde en smart.

Laat mijn gedachten op U zijn gericht;

wakend of slapend, vervuld van uw licht.

2              Geef mij uw wijsheid, uw woorden van eer,

dat ik in U blijf en U in mij Heer,

U als mijn Vader en ik als uw kind

dat in uw armen geborgenheid vindt,

4              Wat baat mij rijkdom of eer van een mens:

bij U te wonen is al wat ik wens,

met als beloning dat ik op U lijk;

Hemelse Koning, pas dan ben ik rijk.

5              Hemelse Koning, die het kwaad overwon,

als ik daar kom in het licht van uw zon,

stralend van vreugde, getooid als een bruid,

gaat mijn verlangen nog meer naar U uit.

Slot:

Stralend van vreugde, getooid als een bruid,

gaat mijn verlangen nog meer naar U uit.

Wegzending en zegen

Aanvullende gegevens