Zangdienst

in de Hervormde kerk te Puttershoek

 Laat u verrassen door Gods geest

  Orgel en piano:  Hans Viskil

Opening, welkom: Hugo

 

OTH 251: Als alles duister is (3x)

Als alles duister is,

ontsteek dan een lichtend vuur

Dat nooit meer dooft,

een vuur dat nooit meer dooft.

Als alles duister,

ontsteek dan een lichtend vuur

dat nooit meer dooft,

een vuur dat nooit meer dooft.

OTH 138: Heilige Geest van God (2x)

Heilige Geest van God,      )

vul opnieuw mijn hart.        )  2x

Vul mij opnieuw, vul mij opnieuw.

Heilige Geest, vul opnieuw mijn hart.

Gedicht: Ina

Mijn lied - Hannah Malta, uit: Voor eeuwig shalom

Ik zag de bloemen dansen,

toen de wind zachtjes zong.

De dauwdruppels beefden,

zij glansden en leefden

op het moment

dat ik mijn lied begon.

Verlangend droomden mijn ogen,

de hemel trilde zacht,

en God riep regenbogen,

die boven mij bewogen,

als een herinnering

aan 't leven dat Hij bracht.

Uitbundig straalden de sterren

en vormden een blinkende kroon,

witte wolken droegen

waar mijn lippen om vroegen;

een aanbiddingsroep,

om te brengen voor Gods troon.

Lied 701: Als een vogel (nieuwe liedboek)

 

Zij zit als een vogel, broedend op het water,

onder haar de chaos van de eerste dag;

zij zucht en zij zingt, moeder van de schepping,

wachtend op het woord totdat zij baren mag.

Zij zweeft boven zee, zweeft boven de bergen,

zoekend naar een plaats onder de hemelboog;

zij rust in de schoot, wachtend op het wonder

dat zich daar ontvouwt, verborgen voor ons oog.

Zij danst in het vuur, schouwspel zonder weerga,

maakt de tongen los, taal en getuigenis,

bekeert, inspireert al wie naar haar luistert;

niets brengt haar tot zwijgen, vurig als zij is.

Want zij is de Geest, een met God in wezen,

gift van de Verlosser aan zijn aardse bruid;

de sleutel is zij, toegang tot de schriften,

vogel uit de hemel, witte vredesduif. 

OTH 60: Uit de diepten

Uit de diepte roep ik U

Heer, mijn God.

Ik heb U nodig, Here luister

nu ik schor gebeden fluister,

luister toch,

Heer, luister toch

Als U niets dan zonden zag,

Heer, mijn God,

Wie bleef in leven? Maar U wilt nu

juist vergeven. Dus verdient U

diep ontzag,

ons diep ontzag.

Ik blijf wachten tot U komt,

Heer, mijn God.

Ik blijf nog sterker op U wachten

dan een mens in lange nachten

wacht op licht,

het morgenlicht.

Israël, hoop op de Heer,

hoop op God,

want Hij heeft zich aan jou verbonden.

Hij verlost je van je zonden.

Hij maakt vrij.

Hij maakt jou vrij!

GEBED: Hugo

OTH 291: ‘k Stel mijn vertrouwen (4x) in canon

‘k Stel mijn vertrouwen

op de Heer, mijn God.

Want in zijn hand

ligt heel mijn levenslot.

Hem heb ik lief,

zijn vrede woont in mij.

‘k Zie naar Hem op en ‘k weet:

Hij is mij steeds nabij!

OTH 276: Heer wijs mij uw weg

Heer, wijs mij uw weg

en leid mij als een kind

dat heel de levensweg

slechts in U richting vindt.

Als mij de moed ontbreekt

om door te gaan,

troost mij dan liefdevol

en moedig mij weer aan.

Heer, leer mij uw weg,

die zuiver is en goed.

Uw woord is onderweg

als een lamp voor mijn voet.

Als mij het zicht ontbreekt,

het donker is,

leid mij dan op uw weg,

de weg die eeuwig is.

Heer, leer mij uw wil

aanvaarden als een kind

dat blindelings en stil

U vertrouwt, vrede vindt.

Als mij de wil ontbreekt

uw weg te gaan,

spreek door uw Woord en Geest

mijn hart en leven aan.

Heer, toon mij uw plan;

maak door uw Geest bekend

hoe ik U dienen kan

en waarheen U mij zendt.

Als ik de weg niet weet,

de hoop opgeef,

toon mij dat Christus

heel mijn weg gelopen heeft.

Schriftlezing: Psalm 130

Uit de diepte roep ik tot u, Heer,

Heer, hoor mijn stem,

wees aandacht, luister

naar mijn roep om genade

Als u de zonden blijft gedenken, Heer,

Heer, wie houdt dan stand?

Maar bij u is vergeving,

daarom eert men u met ontzag.

Ik zie uit naar de Heer,

mijn ziel ziet uit naar hem

en verlangt naar zijn woord,

mijn ziel verlangt naar de Heer,

meer dan wachters naar de morgen,

meer dan wachters uitzien naar de morgen.

Israël, hoop op de Heer!

Bij de Heer is genade, bij hem

is bevrijding, altijd weer.

Hij zal Israël bevrijden

uit al zijn zonden.

Psalm 42: 1, 2 en 7 (oude berijming)

’t Hijgend hert, de jagt ontkomen,
Schreeuwt niet sterker naar ’t genot
Van de frissche waterstroomen,
Dan mijn ziel verlangt naar God.
Ja, mijn ziel dorst naar den Heer:
God des levens, ach! wanneer
Zal ik naadren voor uw oogen,
In uw huis uw’ naam verhoogen?

k Heb mijn traanen, onder ’t klaagen,
Tot mijn spijze, dag en nacht,
Daar mij spotters durven vraagen:
„Waar is God, dien gij verwacht?”
Mijn benaauwde ziel versmelt,
Als zij zich voor oogen stelt,
Hoe ik, onder stem en snaaren,
Feest hield met Gods blijde schaaren.

O mijn ziel! wat buigt g’ u neder?
Waartoe zijt g’ in mij ontrust?
Voed het oud vertrouwen weder;
Zoek in ’s Hoogsten lof uw’ lust:
Menigwerf heeft Hij uw’ druk
doen verandren in geluk.
Hoop op Hem, sla ’t oog naar boven;
Ik zal God, mijn’ God, nog looven!

Meditatie: Gods onmisbare kracht

Gezang 483: Gij die alle sterren houdt

Gij die alle sterren houdt

in uw hand gevangen,

Here God, hoe duizendvoud

wekt Gij ons verlangen !

Ach, ons hart

is verward,

leer het op uw lichte

hoge rijk zich richten.

Want de lichten die wij zelf

aan de hemel stelden,

glinstrend in het zwart gewelf,

sterren, ongetelde, ‑

al hun glans

dooft nochtans,

dan is heel ons leven

door de nacht omgeven.

God, is dan wat U verliet

uit uw hand gevallen ?

Mist Gij onze wereld niet

bij uw duizendtallen ?

Blijf niet ver,

doe één ster

in de nacht ons gloren,

of wij zijn verloren !

Christus, stille vaste ster,

o Gij licht der lichten,

waarnaar wij van her en der

onze schreden richten, ‑

geef ons moed;

't is ons goed

U te zien, Getrouwe,

uw hoog rijk te aanschouwen.

OTH 334: O Heer mijn God

O, Heer mijn God, wanneer ik in verwondering

de wereld zie die U hebt voortgebracht.

Het sterrenlicht, het rollen van de donder,

heel dit heelal, dat vol is van uw kracht.

Refrein:       Dan zingt mijn ziel            )

                   tot U, o Heer mijn God:    )  2x

                   hoe groot zijt Gij,               )

                   hoe groot zijt Gij!               )

Als ik bedenk, hoe Jezus zonder klagen

tot in de dood gegaan is als een lam,

sta ik verbaasd, dat Hij mijn schuld wou dragen

en aan het kruis mijn zonde op zich nam.

Refrein:       Dan zingt mijn ziel            )

                   tot U, o Heer mijn God:    )  2x

                   hoe groot zijt Gij,               )

                   hoe groot zijt Gij!               )

Als Christus komt met majesteit en luister,

brengt Hij mij thuis, hoe heerlijk zal dat zijn.

Dan zal ik vol aanbidding voor Hem buigen

en zingt mijn ziel: o Heer, hoe groot zijt Gij!

Refrein

Dankgebed

OTH 299: Bron van Licht

Bron van licht en leven, wij aanbidden U.

Onze God voor eeuwig. Heer, wij danken U.

Refrein:       Laat de zon van uw gerechtigheid

                   opgaan over ons leven;

                   en wij zien U in uw heerlijkheid,

                   halleluja.

U bent onze Vader, wij aanbidden U.

U geeft ons genade, Heer, wij eren U.

Refrein

U bent onze Koning, wij aanbidden U.

U wilt bij ons wonen, Heer, wij prijzen U.

Refrein

OTH 350: Ga nu heen in vrede

Ga nu heen in vrede,

ga en maak het waar.

Wat wij hier beleden samen met elkaar.

Aan uw daag’lijks leven, uw gezin, uw werk.

Wil u daaraan geven, daar bent u Gods kerk.

Ga nu heen in vrede,

ga en maak het waar.

Ga nu heen in vrede,

ga en maak het waar.

Wat wij hier beleden, samen met elkaar.

Neem van hieruit vrede, vrede mee naar huis,

dan is vanaf heden Christus bij u thuis.

Ga nu heen in vrede,

ga en maak het waar.

Wegzending en zegen

 

 

Orgelspel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aanvullende gegevens